GFC NIEUWSREDACTIE- De personen die een aanklacht hebben gedaan tegen de CEO van de Hakrinbank hebben de mogelijkheden om andere wettelijke stappen te nemen mochten zij niet tevreden zijn met het besluit van het Openbaar Ministerie (OM) om het onderzoek af te sluiten.
Het OM heeft naar aanleiding van 3 afzonderlijke aanklachten tegen de Algemeen directeur (CEO) van de Hakrinbank eerder dit jaar een strafrechtelijk onderzoek opgestart.
Daarbij zijn alle personen die direct of indirect betrokken waren bij de zaak gehoord.
Dit onderzoek, dat vanwege uiteenlopende redenen langer heeft geduurd dan was gepland, leverde echter onvoldoende feiten en/of omstandigheden op om de directeur de status van verdachte te geven en in het verlengde daarvan de vervolging in te stellen.
De strafzaak is formeel afgesloten, meldde het OM eerder deze week.
De verweten handelingen zouden eventueel gekwalificeerd kunnen worden onder de Wet Seksueel Molest op de werkplek, echter is deze wet nog niet in werking getreden.
Ruth Nunes, Substituut Officier van Justitie, zegt in een interview aan een lokaal radiostation dat de aanklagers nog civiel – als strafrechtelijke mogelijkheden hebben.
Bij de strafrechtelijke interventie gaat het erom dat zij op basis van artikel 4 van het Wetboek van Strafvordering een aanklacht kunnen doen bij het Hof van Justitie (HvJ).
Het HvJ kan het OM dan bevelen om de vervolging voort te zetten, mocht blijken dat er voldoende bewijzen zijn tegen de verdachte.
S. Gallant maakt deel uit van het freelance redactieteam van GFC Nieuws.
Voor contact: info@gfcnieuws.com