Is het een verloren strijd tegen corruptie en fraude in derdewereldlanden?

CORRUPTIE

INGEZONDEN– Is het echt een verloren strijd in ontwikkelingslanden tegen corruptie?

Je zou als volgt kunnen reageren met de woorden dat het een probleem van oudsher is. Dan nog gaan we om de 5 jaar naar de stembus om een regeringsformatie te kiezen die voor een groot deel dit probleem van corruptie kan perken.

Maar waarom lukt het ons niet? Is er hoop voor ons in de toekomst? Waar ligt het probleem eigenlijk?

Ik mag u aangeven dat het enkele landen wel gelukt is om hun economie te redden van barslecht naar goed of zelfs florerend. Tijd dat wij hier in Suriname een grondige bestuurlijke en economische analyse van één van deze landen maken.

Laten we in de volgende alinea het voorbeeld van Singapore pakken.

Singapore

Singapore beschrijf ik als een goed uitgedokterd economisch plan dat daadkracht vereiste. Het begon allemaal voor hun in 1965 toen Singapore uit de federatie met Maleisië stapte. Industrialisering van de economie was één hunner doelen. Men streefde naar een exportgerichte industrie.

Singapore werd voor buitenlandse investeerders aantrekkelijk gemaakt. Goed openbaar vervoer was ook zo een topprioriteit. Het moest toerisme bevorderen. Ook werd het stakingsrecht bij de ambtenaren enorm ingeperkt met groot succes. In mijn optiek misschien wel het succesvolste land ter wereld.

Wie stond achter het stuur om de hervormingen door te voeren? Niemand minder dan de bekende premier Lee Kuan Yew (nu wijlen).

Voor zij die hem niet kennen, was premier Lee een socialist die met goede leiderschapskwaliteiten vanaf de jaren zeventig zich beijverde om Singapore te maken tot een groei-economie.

Los van zijn aardige integere karakter, had hij ook een keerzijde. Hij liet iedereen met linkse sympathieën gevangenzetten en wet overtreders flink beboeten.

Hij werd door zijn dictatoriaal optreden een veel besproken man en liet duidelijk zien dat hij de touwtjes in handen had. Dit resulteerde erin dat de groei van de economie 10% per jaar een stijgende trend vertoonde tot heden.

Corruptie en fraude in Suriname

Anno 2022 kunnen we aangeven dat we geen stap vooruit gekomen zijn ondanks de anti-corruptie wet aangenomen is. Het schort elke regeringsformatie aan de handhaving van die wetten. Verschijnselen die corruptie en fraude mogelijk maken, zoals belangenverstrengeling en een oneerlijke verdeling van macht, ondermijnen de democratie en het vertrouwen van burgers in hun machthebbers.

Bovendien zijn corruptie en fraude de houtboortjes van saamhorigheid: burgers hebben minder zin zich in te zetten voor de maatschappij en keren de politiek de rug toe. Of ze stemmen op populistische partijen die zich kritisch uitlaten.

Corruptie en fraude worden soms ook vergoelijkt door presidenten die bang zijn dat hun regeringsformatie zal vallen. Denk maar bijvoorbeeld aan Ronald Venetiaan en Michael Jong Tjien Fa.

Na hem volgde in de afgelopen 10 jaar Desi Bouterse op waarbij we hebben kunnen merken dat vrienden rondom hem een heel goede inhaalslag gemaakt hebben in het verrijken van zichzelf. Denk aan Gillmore Hoefdraad.

Hoe staat het met president Chandrikapersad Santokhi? Corruptie viert ook hoogtij en we merken dat het geen dalende trend vertoont.

Denk maar aan de kwestie Surfin, HSPG-deal, Wet Burgerlijke uitzondering toestand, EBS en het beleid op het gebied van gronduitgiften.

Corruptie creëert een ​​vicieuze cirkel, de zwakke democratische instellingen zijn minder goed in staat corruptie te beheersen en dat werkt vaak genoeg in het voordeel van populistische politici.

Wie is een echte socialist die hervormingen in de grondwet en instanties zodanig in place kan zetten waardoor een ieder verplicht is bij te dragen aan de groei van ons geliefd land Suriname?

Van welke 3 laatst genoemde presidenten kunnen wij zeggen dat hij de meeste kwaliteiten beschikte om het land uit de blubber te halen? Die vraag mag u zelf beantwoorden.

Hoe staat het met de toekomstige presidentskandidaten? Brunswijk tegenover Ronnie Asabina?

Als ik de berichten goed heb kunnen volgen, hebben Brunswijk en Asabina alleen duidelijk aangegeven dat zij een gooi willen doen naar de presidentschap in 2025.

Nu wil ik die 2 tegenover elkaar stellen. Welke van die 2 heeft de kwaliteiten voor de presidentschap? Hoe sociaal zijn ze en hebben ze de potentie?

De nu aanzittende vicepresident van Suriname heeft meer dan ooit de kans om voornamelijk het binnenland te ontwikkelen. Maar zien we dat gebeuren? Of vergoelijkt hij net zijn voorgangers Adhin en Sardjoe ook corruptie?

Is hij echt sociaal daar hij hier en daar brandjes blust door enkele burgers wat geld te geven? Dient hij dat voor het heel land te doen? Stel eens dat hij na enkele jaren failliet verklaard is. Zal hij mensen dan nog kunnen helpen? Of zullen we dan weer moeten wachten op een ‘moni man’?

Waarom zijn er nog geen Infrastructurele wonderen verheven sinds de regering al 2 jaren aanzit? Wat is hun main focus? Is dat werken aan een groei-economie of wilt hij nu al werken aan het winnen van de eerstvolgende verkiezing in 2025?

Asabina als fiscaal deskundige weet als geen ander hoe met het innen van belasting de staatskas te spekken. Denk aan Vermogensbelasting en Omzetbelasting. Dit alles zou ertoe kunnen bijdragen dat de economie gezond wordt. Hij heeft vaker heel duidelijk aangegeven in verschillende radio en tv programma’s hoe hij dat zou kunnen doen https://youtu.be/UxjX0tRlY1w (luistert u aandachtig vanaf minuut 6). Het enige wat hij vraagt is dat het electoraat hem het vertrouwen geeft.

Het volk

We hebben gemerkt in Singapore dat het volk de volle ondersteuning gewillig gaf aan de centrale overheid. En men had er baat bij.

Het wordt hoogtijd dat een vergadering komt in DNA om de Grondwet van Suriname te veranderen, zodanig dat de bevoegdheid gegeven wordt aan een onafhankelijke instantie om overheid-departementen op te doeken en corrupte ambtenaren te ontslaan.

De macht ligt werkelijk in ons handen. Dus deels ligt de oplossing ook bij het volk. Wij moeten terug naar de tijd waar wij de leiders die over de streep gaan onmiddellijk afstraffen, waardoor er plaats gemaakt kan worden voor integere leiders.

Suriname kan vrij uit de kooi van corruptie en fraude, want niemand met hart voor het land heeft ‘on the long run’ er enig baat bij.

Laten wij daarom weer eens een keer diep nadenken over wie wij aan de macht zetten, want ook Suriname kan uitgroeien tot een wereldmacht, maar dan zonder hebzuchtige en leugenachtige leiders ondersteunt door wolven.

Nu weer naar de titel: Is het een verloren strijd tegen corruptie en fraude in derdewereldlanden?

Antwoord: In mijn optiek, neen. Er zijn nog enkele goede politieke leiders met hart voor Suriname en die de daadkracht ook bezitten om dit land uit de blubber te halen.

Wie is dat volgens u?

Sinco LNO