NAS: Brieven boerenkolonisatie grote aanwinst

NAS e1613473453941

GFC NIEUWSREDACTIE- Het Nationaal Archief Suriname (NAS) heeft op 15 februari twee authentieke brieven ontvangen met betrekking tot de boerenkolonisatie.

Stichting Sranan Boeroe en Stichting Boeroe Kong Makandra zijn trots om een tastbaar stuk geschiedenis van Suriname te overhandigen aan het NAS.

Het gaat om originele brieven van 1844 van dominee Jan Hendrick Betting van Groningen uit Saramacca aan dominee Arend van den Brandhof uit Amerongen in Nederland over de kolonisatiepoging van 1845 met de Nederlandse boeren.

De brieven zijn een grote aanwinst voor het NAS.

Aan NAS-directeur Rita Tjien Fooh werd er op 26 september 2020 gevraagd als het NAS geïnteresseerd was om de authentieke documenten in bewaring te nemen.

Zonder twijfels gaf NAS-directeur “ja” als antwoord. “Want deze authentieke documenten geven ons een beeld en ook inzicht van de eerste boeren kolonisatie hier in Suriname”.

“De boerenkolonisatie heeft plaats gevonden in 1845 en hebben zich gevestigd op Voorzorg in het district Saramacca”, motiveerde Tjien Fooh.

Verder gaf zij aan dat de documenten behalve voor de boeren en hun nakomelingen, ook heel belangrijk is voor Suriname.

“Deze authentieke documenten geven ons de tools om ons eigen geschiedenis te schrijven en ook te herschrijven”.

De documenten zullen gescand worden en ook beschikbaar gesteld worden voor het publiek voor zowel in Suriname als ook in Nederland.

Ricardo Loor van de Stichting Boeroe Kon Makandra merkte op dat het om een stukje geschiedenis gaat die zwart op wit is.

Tenslotte bracht de voorzitter van Stichting Sranan Boeroe, Erick Rijsdijk een speciale dank uit aan de donateurs die het financieel mogelijk hebben gemaakt.

Op 26 september 2020 hebben de Stichting Sranan Boeroe en de Stichting Boeroe Kon Makandra, twee brieven aangekocht op een internationale filatelistische veiling welke gehouden werd door Corinphila Veilingen (Corporation Internationale Philatélie).

Het gaat om één originele brief van 4 juni 1844 en één van 23 augustus 1848. Beide brieven zijn nauw gerelateerd aan de zogenoemde Boerenkolonisatie in Suriname in 1845.