12 LBO-scholen krijgen praktijklokalen met machines en gereedschappen

school lege klassen onderwijs

GFC NIEUWSREDACTIE- Met als doel de verbetering en vernieuwing van het Lager Beroepsonderwijs (LBO) in Suriname worden er op 12 scholen in verschillende districten praktijklokalen bijgebouwd of gerenoveerd.

In verband met het Technical and Vocational Education and Training (TVET)-project, dat het ministerie van van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) thans uitvoert, zullen 39 praktijklokalen worden voorzien van machines en gereedschappen. Dit project wordt gefinancierd door de Islamic Development Bank (IsDB).

Deze praktijklokalen zijn verspreid over zes districten, te weten: Wanica, Paramaribo, Marowijne, Commewijne, Saramacca en Nickerie. De bouwwerkzaamheden op LBO Meerzorg zijn uitgevoerd door het bouwbedrijf Dundas N.V onder toezicht van het supervisie bedrijf Sintec N.V.

De totale kosten voor de bouw en inrichting van de 39 praktijklokalen bedragen US$ 4.3 miljoen en US$ 4.4 miljoen voor de aanschaf van de machines en handgereedschappen. Voor de bouwwerkzaamheden en aanschaf van de machines ten behoeve van LBO Meerzorg is er respectievelijk US$ 491.000 en US$ 439.000 besteed, wat neerkomt op een totale investering van US$ 930.000. De bouw is gestart op 28 september 2020 en heeft 16 maanden geduurd.

Officiële ingebruikname

Op 7 april zal de officiële ingebruikname van de praktijklokalen van LBO Meerzorg plaatsvinden. Onderwijsminister Marie Levens heeft de president van de Republiek Suriname, Chandrikapersad Santokhi, uitgenodigd voor de opening en ingebruikname van het praktijklokaal te LBO Meerzorg. Deze school telt 114 leerlingen en 15 leerkrachten. Op het schoolcomplex staat ook Mulo Meerzorg met 22 leerkrachten en 300 leerlingen.

Oorspronkelijk bestond LBO Meerzorg uit 4 leslokalen en 4 praktijklokalen bestemd voor de richtingen Bouwkunde, Electrotechniek, Voertuigentechniek en Werktuigbouwkunde. Middels dit project zijn er vier praktijklokalen bijgebouwd en is er één praktijklokaal gerenoveerd.

Deze praktijklokalen worden voorzien van nieuwe geavanceerde machines en handgereedschappen. De praktijklokalen zijn bestemd voor de richtingen Bouwkunde, Gawasa, Lassen, Voertuigentechniek en Werktuigbouwkunde. In het verlengde van dit project zullen de leerkrachten van het beroepsonderwijs ook getraind worden in het werken met de nieuwe machines en handgereedschappen.

Volgens de directeur Beroepsonderwijs, Gracia Valies-Ormskirk, is het belangrijk om te weten dat met de komst van een eigen Suriname National training Authority, die zal zorgen voor kwaliteitseisen en standaarden van de verschillende beroepen, het beleid van het MinOWC gericht is op het verbeteren van het beroepsonderwijs afgestemd op de ontwikkelingen wereldwijd.

Vergroten aanbod beroepsonderwijs

De studenten moeten opgeleid worden om een adequate bijdrage te kunnen leveren aan de verschillende productiesectoren op de nationale en internationale arbeidsmarkt. Het beleid richt zich ook op het vergroten van het aanbod van het beroepsonderwijs in met name de concentratiegebieden in de stad, het district en het verre binnenland.

Dit is voor het MinOWC ook één van de overwegingen geweest om de 39 praktijklokalen zoveel mogelijk verspreid over alle districten uit te voeren. Uit voortgangsonderzoek is immers gebleken dat ouders/opvoeders, leerlingen en leerkrachten het decentralisatiebeleid voor het vestigen van scholen in de omgeving waar zij verblijven toejuichen.

Nu er meer praktijklokalen gebouwd zijn en voorzien zijn van machines en materialen, kunnen de leerlingen in hun omgeving de nodige training/scholing volgen. Het decentralisatiebeleid, op het gebied van onderwijs, zal derhalve onverkort worden voortgezet om het onderwijs aan te bieden aan haar bevolking in hun leef- en woongebieden. Dit met inachtneming van de randvoorwaarden die nodig zijn om talentgericht onderwijs aan te bieden dat aansluit bij de huidige eisen van de 21ste eeuw.